In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de mogelijke toepassing in Nederland van een Scandinavisch model voor het belasten van winst en inkomen van ondernemers. Het gaat om een duaal stelsel, waarbij kapitaal- en arbeidsinkomen apart worden belast. In de Scandinavische landen wordt een forfaitaire winst toegekend aan vermogen en wordt de overwinst belast als inkomen uit arbeid. Een van de vragen is of een dergelijk stelsel eenvoudiger en rechtvaardiger werkt dan de Nederlandse gebruikelijkloonregeling. Een andere vraag is hoe een forfaitair rendement op het vermogen in een onderneming vastgesteld zou kunnen worden.
De staatssecretaris merkt op dat het bij de samenloop van kapitaal- en arbeidsinkomen ingewikkeld is om het onderscheid daartussen te maken, omdat het onmogelijk is vast te stellen welk deel van het inkomen als rendement op het kapitaal tot stand komt en welk deel van het inkomen voortvloeit uit arbeidsprestaties. Daarom wordt in het Scandinavische model het kapitaalinkomen fictief vastgesteld en het overige inkomen tot het arbeidsinkomen gerekend. In het huidige Nederlandse belastingstelsel komt de samenloop van kapitaal- en arbeidsinkomen met name aan de orde bij de dga. De dga wordt betrokken in een vermogenswinstbelasting voor zijn aandelenbezit, maar moet ook een (al dan niet fictieve) arbeidsbeloning in aanmerking nemen door de werking van de gebruikelijkloonregeling. Het huidige Nederlandse belastingstelsel geeft dga’s een fiscale prikkel om hun gebruikelijk loon zo laag mogelijk vast te stellen. Daarnaast kunnen dga’s de belastingheffing in box 2 langdurig uitstellen. De vraag of wijzigingen in dat stelsel tot een verbetering kunnen leiden is onderwerp van onderzoek binnen het zogenaamde bouwstenentraject.
Dat bouwstenentraject houdt in dat de staatssecretaris in 2020 met concrete bouwstenen en voorstellen voor verbeteringen en vereenvoudigingen van het belastingstelsel komt. Daarbij zal volgens de staatssecretaris ook gekeken worden naar ingrijpende hervormingen van het belastingstelsel, met mogelijk gevolgen voor de huidige boxenstructuur.